Inspirerende startbijeenkomst Nationaal Programma Vitale Regio’s
Op 3 april werd de verbinding tussen rijk en regio zoals beoogd in het Nationaal Programma Vitale Regio’s in Utrecht in praktijk gebracht. In het bijzijn van minister Uitermark, staatssecretaris Van Marum en een grote groep regio- en rijksvertegenwoordigers werden goede voorbeelden rondom samenwerking gedeeld. Ook werd uitgesproken waar nog een stap extra nodig is.

“Wat werkt in Midden-Limburg kunnen we niet zomaar herhalen in de Achterhoek. Tegelijk kunnen we ook van elkaar leren. En kan iets wat werkt in Oost-Groningen heel goed ook in Zeeuws-Vlaanderen toepasbaar zijn.” Met die woorden opende minister Uitermark de bijeenkomst op 3 april waarin verbinding en leren van elkaar op de agenda stonden.
Voor de regio’s Kop van Noord-Holland, Noord- en Oost-Groningen, Zuidoost-Fryslân, Noard-Fryslân, Zuid- en Oost- Drenthe, Twente, Achterhoek, Noord-Limburg, Midden-Limburg, Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen is het belangrijk dat regio en rijk met elkaar in gesprek zijn over wat het betekent om samen te werken en welke onderwerpen daarbij op de agenda moeten staan.
In het panelgesprek werd dit extra belicht door Barbara Oomen, voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool Zeeland. Een onderwijslocatie in de regio kan zorgen voor bloei en een aantrekkelijke regio, heeft effect op de arbeidsmarkt en kan dus een belangrijke rol spelen als het gaat om een vitale regio, vertelde zij.
Andries Heidema, commissaris van de Koning in Overijssel en rijksheer voor de samenwerking met Noordrijn-Westfalen, benoemde tijdens het gesprek juist de kansen die ook over de grens benut kunnen worden.

Na het plenaire gedeelte spraken bestuurders vanuit rijk en regio met elkaar verder in een bestuurlijk overleg. Hierbij was aandacht voor de herijking van beleids- en investeringslogica, een belangrijk thema vanuit het rapport Elke regio telt. Een voorbeeld vanuit het ministerie van OCW zorgde voor een inhoudelijk gesprek tussen rijk en regio, hoe hierin goed gebruik kan worden gemaakt van elkaars kennis en het belang van mét elkaar werken in plaats van tegen elkaar werken.
Op hetzelfde moment was het overgrote gedeelte van de aanwezigen verdeeld over acht workshops, waar inspiratie werd geboden voor de plannen voor de regio. Deels georganiseerd vanuit de regio’s samen met de departementen en kennisinstituten, konden deelnemers hier hun vragen kwijt, voorbeelden met elkaar uitwisselen en kennis opdoen voor het vervolg van het NPVR.



Schrijver en columnist Toine Heijmans sloot de dag af en vatte die kernachtig samen:
Uiteindelijk draait het om al die mensen, die met elkaar Nederland maken.
